(H)eerlijke herrie

Gisteren begon de dag al vroeg. Zowel onder ons dak, in de stal en de schuur, alsook in elke daarvoor geschikte boom en struik in de tuin is het momenteel een drukte van belang met jonge vogeltjes en druk daarvoor zorgende ouders. Het gekwetter is overal aanwezig zo gauw het licht begint te worden en de merels begeleiden al dit prille geluk met de meest mooie fluitconcerten. De haan van de buren mengt zich af en toe in het “gesprek” en lijkt zijn kakelende dames aan te sporen ook eens wat uit te broeden.

Na het ontbijt vertrok ik voor een bezoek aan de kringloop en de markt. Op weg naar het eerste kwam ik op een rustige en bochtige landweg in een file terecht. Zelfs voor Fransen, waarvan de meeste het geen enkel probleem vinden om op onoverzichtelijke wegen vlak voor een bocht nog in te halen, was het deze keer niet anders dan er maar even in te berusten en al rijdend te genieten van de zon en het uitzicht. Vooraan reed een zwaar pruttelende en rokende “sans permis”. In Nederland noem je dat geloof ik een “brommobiel”. Rond 1980 zijn deze voertuigen in Frankrijk ontstaan  en ze zijn érg populair. Is je rijbewijs afgepakt of ben je niet in staat om er een te behalen, dan is dit de oplossing. Geeft direct aan hoe de gemiddelde bestuurder zich laat omschrijven en ook deze keer was het weer raak; een gelukzalig kijkend oud boertje in slakkengang op weg naar zijn bestemming. Hij keek blij, omdat hij er zelf in en niet achter hoefde te rijden.

Bij de kringloop aangekomen bestond mijn bezoek eraan vooral uit het kijken en luisteren naar andere mensen. Een luidruchtig Nederlands stel bekeek al ruziënd wat er te koop was om vervolgens tot de conclusie te komen dat ze eerst maar eens moesten gaan kijken wat ze nu eigenlijk echt nodig hebben. Vast net hun eerste huis op de kop getikt, maar echt gelukkig leken ze er nog niet van te zijn geworden. Een ruimte verder liep ik bijna letterlijk een boomlange man tegen het lijf die zich met zijn zojuist gevonden schatten richting kassa begaf. Zijn lengte en ook zijn uiterlijk lieten niets te raden over; inderdaad nóg een Nederlander. Op luide toon, in steenkolen-Frans, vertelde hij de dames hij de kassa dat hij zo blij is met het huis waar hij momenteel op mag passen. Voor 100€ per maand is hij de koning te rijk en dat het wel érg eenvoudig is, vindt hij niet erg. Geen wasmachine bijvoorbeeld, maar zo vertelde hij, hij gaat gewoon met al zijn kleren erbij in bad en dan wordt alles weer prachtig schoon. De dames dachten er duidelijk anders over, gezien hun zuinige lachje en ik kon ook niet anders dan concluderen dat hij zelf te lang is voor het bad en zijn haar er daarom op z’n zachtst uitgedrukt, niet echt schoon uitziet. Maar hij straalde van geluk, deze smoezelige god in Frankrijk.

Ik vervolgde mijn weg naar de markt. Een fijne plek om te zijn. Overal de heerlijkste dingen te koop en een gezellige drukte van jewelste. Zeker op zo’n mooie zonnige dag als gisteren. Honderden mensen die met elkaar of met de mensen achter de kramen in gesprek zijn, dus een constant geroezemoes om je heen. Omdat mijn Frans nog niet zo goed is dat ik alle gesprekken zomaar automatisch in het voorbij lopen volg, klinkt het meer als een prettig soort achtergrondmuziek met flarden gesproken tekst erdoorheen. Op een hoek van de markt speelde een bandje en de sfeer was zomers en bijna uitbundig. Nog eens versterkt door de duidelijk herkenbare toeristen die ook weer terug zijn van weggeweest. Er liepen een stukje verderop vier engelse tieners voor me die genoten van hun vakantie en zelfs dit verplichte uitstapje met hun ouders, die voorop liepen,  voor lief namen. Ze hadden vooral oog voor elkaar en niet voor wat er te koop was. Totdat ze langs de kraam van de poelier liepen en de daar uitgestalde konijnen zagen. Wát een gegil klonk er toen! Er keken wat mensen verschrikt om, maar toen ze zagen waar de dames met verschrikte ogen en open mond naar keken, verscheen er hier en daar een grijns en ging het gewone marktleven, behalve voor deze vier, weer door.

En vervolgde ik mijn weg met de auto naar de supermarkt, mijn volgende bestemming. Heel andere sfeer dan op de markt; de meeste mensen doen zo snel mogelijk hun aankopen en zijn gericht op zoek naar iets. Twee dingen vallen me daarbij elke keer weer op. Ten eerste zijn de mensen erg vriendelijk en correct naar elkaar toe. Ze geven elkaar de ruimte, verontschuldigen zich als ze denken in de weg te staan en wachten erg geduldig op elkaar bij de kassa. En het andere punt waar ik me elke keer weer over verbaas is hoeveel mensen er hardop tegen zichzelf lopen te praten. Hardop denken en hardop zeggen wat je van een product vindt. Het lijken soms wel hele gesprekken. En nee, ze hebben dan geen oortjes in of zijn handsfree aan het bellen. In  het begin dacht ik, staand naast zo’n persoon, dat er iets aan mij gevraagd of verteld werd, maar inmiddels weet ik dat dat niet het geval is. Ach, ze hebben het vast heel gezellig met zichzelf. En het begint al een beetje te wennen. Geef me alleen een seintje als ik het ook ga doen….

Na de supermarkt op weg naar huis. Achter me aan reden twee jongens op een crossbrommer. Ze hadden het duidelijk erg naar hun zin op hun scheurijzer. Ze speelden graag met het gas, waardoor de brommer vervaarlijk ging grommen. Slingeren was ook geliefd, net als het zwaaien met armen en benen. Ze hadden veel bekijks van blij kijkende meisjes op de stoep en niemand leek zich te storen aan de herrie en de walmen uitlaatgas die ze achterlieten. Zou ik er te oud voor zijn misschien? Ik vond het in ieder geval prima dat ze mijn bejaardentempo van 50 km/uur te suf vonden in de bebouwde kom en er met 70 km/uur vandoor gingen daar waar de stoep en daarmee de aanwezigheid van leuke meisjes ophield.

Net buiten het dorp kwam ik achter een trekker terecht die, met een grote maaier achterop, rustig op weg was naar de volgende klus. Ik kan nog steeds genieten van die indrukwekkende machines, zeker als het duidelijk oudjes zijn. Oké, ze maken veel geluid en ze stinken meestal behoorlijk, maar ik vind ze prachtig om te zien. Met veel plezier ben ik er rustig achter blijven hangen, totdat hij me zag en de berm in ging om me te laten passeren. De claxon gebruikt om te bedanken voor het opzij gaan en verder voor het laatste stukje op weg naar huis.

Na zo’n ochtend is het fijn om weer in alle rust thuis te zijn. De vogels floten nog steeds en  de kippen, hanen, ganzen en pauwen van de huizen in de buurt lieten van zich horen op gepaste toon. De directe buren oefenden voor hun komende concerten op hun middeleeuwse muziekinstrumenten en hun ondernemende dochtertje huilde een keer keihard omdat ze gered moest worden tijdens een uit de hand gelopen peuter avontuur in de tuin. Frank sleutelde tevreden aan de oude Dyane en ik rommelde wat in huis en tuin. Zo kabbelde de dag verder totdat het tijd werd om naar bed te gaan. Met de ramen wagenwijd open vielen we in slaap, terwijl de kikkers luid kwaakten, de uil zich liet horen, de krekels hun best deden elkaar te imponeren en de nachtegaal deed waar hij zo bekend om staat. Welterusten en morgen weer gezond op voor een volgende dag op het Franse platteland, waar we ons zo thuis voelen.

4 gedachten over “(H)eerlijke herrie”

Plaats een reactie